Statistics Explained

Archive:Landbouwproducten

This article has been archived on 04/04/2017

Gegevens geëxtraheerd in december 2014 en januari 2015. Recente gegevens: Meer informatie van Eurostat, Hoofdtabellen en Databank. Geplande update van het artikel: maart 2017.
Figuur 1: Productie van voornaamste landbouwgewassen, EU-28, 2012 en 2013 (1)
(duizend ton) — Bron: Eurostat (apro_cpp_crop)
Figuur 2: Productie van granen, EU-28, 2013 (1)
(%, op basis van tonnen) — Bron: Eurostat (apro_cpp_crop)
Tabel 1: Productie van landbouwgewassen, 2013
(duizend ton) — Bron: Eurostat (apro_cpp_crop)
Figuur 3: Productie van tomaten, 2013
(miljoen ton) — Bron: Eurostat (apro_cpp_crop)
Figuur 4: Productie van appels, 2013{
(miljoen ton) — Bron: Eurostat (apro_cpp_crop)
Figuur 5: Gebruik van volle melk, EU-28, 2013 (1)
(%) — Bron: Eurostat (apro_mk_pobta)
Tabel 2: Landbouwproductie in verband met dieren, 2013
(duizend ton) - Bron: Eurostat (apro_mk_pobta) en (apro_mt_pann)

Europa kent een grote verscheidenheid aan natuurlijke omgevingen, klimaten, economische omstandigheden en landbouwpraktijken, wat tot uiting komt in het brede scala aan voedingsmiddelen en dranken die beschikbaar zijn voor menselijke consumptie en diervoeders en als diverse grondstoffen voor non-food-processen. Landbouwproducten vormen een onlosmakelijk deel van de culturele identiteit van de bevolking en de regio's van Europa.

Belangrijkste statistische resultaten

Gewassen

In 2013 produceerde de EU-28 306 miljoen ton granen (waaronder rijst). Dit was het hoogste productieniveau sinds een piek in de productie in 2008. De graanproductie van de EU-28 in 2013 was 20,9 miljoen ton hoger dan in 2012 (+7.3 %).

De EU-28 produceerde in 2013 109,1 miljoen ton suikerbieten; dit was 5,7 miljoen ton minder dan in 2012. De productie van het andere belangrijke knolgewas in de EU-28 — de aardappel — bedroeg 53,9 miljoen ton.

De productie van oliehoudende zaden laat de laatste jaren een opwaartse tendens zien, wat hoofdzakelijk te danken is aan het toegenomen gebruik van oliehoudende zaden voor de productie van bio-energie. Koolzaad, raapzaad en zonnebloemzaad zijn de voornaamste soorten oliehoudende zaden die in de EU-28 worden geproduceerd. In 2013 werd 21,0 miljoen ton kool- en raapzaad geproduceerd; dit was aanmerkelijk meer dan in 2012 (+9,2 %). In 2013 werd naar schatting 9,2 miljoen ton zonnebloemzaad geproduceerd in de hele EU-28.

In figuur 2 wordt een analyse van de graanproductie in de EU-28 in 2013 gepresenteerd. Tarwe was goed voor bijna de helft (46,9 %) van de totale graanproductie, terwijl ca. een vijfde van het totaal bestond uit korrelmaïs en zaad-spilmengsel (21,4 %), en nog eens een vijfde uit gerst (20,0 %).

Frankrijk en Duitsland waren veruit de grootste producenten van graan en suikerbieten en waren samen goed voor ruim de helft (51,9 %) van de productie van suikerbieten van de EU-28 en bijna twee vijfde van de graanproductie (37,6 %) in 2013 (zie tabel 1). Ook hun gezamenlijke aandeel in de productie van oliehoudende zaden in de EU-28 — bestaande uit koolzaad, raapzaad en zonnebloemzaad — bedroeg bijna twee vijfde (39,1 %).

De productie van aardappelen was breder verspreid over de EU-lidstaten, waarbij Duitsland de grootste productie (17,9 % van het totaal van de EU-28) voor zijn rekening nam, terwijl Polen, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk elk goed waren voor tussen 13,2 % en 10,6 %.

In de EU-28 waren de meest geproduceerde groenten tomaten, uien en wortelen. In 2013 bedroeg de totale productie van tomaten in de EU-lidstaten 14,9 miljoen ton. Italië en Spanje waren de grootste producenten van de EU-lidstaten, met een gezamenlijk marktaandeel van 60,3 % van de productie van de EU-28.

De meest geproduceerde fruitsoorten in de EU-28 waren appelen en sinaasappelen. Appelen werden in de hele EU geproduceerd, waarbij dient te worden opgemerkt dat de productie in verscheidene oostelijke EU-lidstaten, met name in Polen, bijzonder hoog was. In 2013 was Polen met een productie van iets meer dan een kwart (25,6 %) van het totaal van de EU-28 dan ook de grootste producent van appelen in de EU-28. Italië en Frankrijk waren de op een en twee na grootste producenten van appelen, met een respectievelijk aandeel van 18,5 % en 17,4 %.

Vlees en melk

De zuivelproductie in de verschillende EU-lidstaten wordt gekenmerkt door een gevarieerde structuur wat betreft de bedrijfsomvang, de omvang van de melkveestapel en de melkopbrengst. Figuur 5 laat zien dat 36,2 % van de volle melk in de EU-28 in 2013 werd verwerkt tot kaas, gevolgd door boter (28,1 %); bijna een kwart van alle volle melk in de EU-28 werd gebruikt voor consumptiemelk (12,1 %) en room (12,0 %).

Tabel 2 geeft een overzicht van verschillende dierlijke landbouwproducten. In totaal werd in 2013 in de EU-28 naar schatting 141 miljoen ton koemelk opgehaald. Duitsland en Frankrijk registreerden de grootste hoeveelheid opgehaalde koemelk in 2013 en waren tevens verantwoordelijk voor de grootste productie van boter en kaas; samen waren zij goed voor tussen 38 % en 46 % van de totale productie van de EU-28 voor elk van deze drie zuivelproducten.

Het belangrijkste vleesproduct in de EU-28 was varkensvlees (21,9 miljoen ton in 2013), waarvan het geproduceerde gewicht bijna drie keer zo hoog lag als dat van rund-/kalfsvlees (7,3 miljoen ton); de productie van schapenvlees in de EU-28 was betrekkelijk gering (0,7 miljoen ton).

Een kwart (24,9 % of bijna 5,5 miljoen ton) van de totale productie van varkensvlees van de EU-28 in 2013 was afkomstig uit Duitsland, gevolgd door Spanje (15,6 %) en Frankrijk (8,8 %). Polen noteerde 7,7 % en Denemarken 7,2 %. Iets minder dan een vijfde (19,4 % of 1,4 miljoen ton) van het rund-/kalfsvlees dat in 2013 in de EU-28 werd geproduceerd, was afkomstig uit Frankrijk, gevolgd door Duitsland (15,2 %), Italië (11,8 %) en het Verenigd Koninkrijk (11,7 %); Ierland tekende een betrekkelijk hoog aandeel (7,1 %) in de productie van rundvlees in de EU-28 op. Het Verenigd Koninkrijk liep voorop in de productie van schapenvlees (bijna 0,3 miljoen ton), met een aandeel van 40,7 % in de totale productie van de EU-28 in 2013, gevolgd door Spanje (16,6 %), Frankrijk (11,2 %), Griekenland (8,5 %) en Ierland (8,1 %).

Gegevensbronnen en -beschikbaarheid

De jaarlijkse statistiek over de productie van bepaalde gewassen valt onder verordeningen van de Raad, hoewel de gegevens voor verse groenten en fruit worden verzameld op grond van diverse informele overeenkomsten met de lidstaten van de EU.

De statistieken over de productie van gewassen hebben betrekking op de geoogste productie. De landbouwproductie van gewassen is synoniem met geoogste productie en omvat in de handel gebrachte hoeveelheden alsmede direct op het bedrijf geconsumeerde hoeveelheden en hoeveelheden die op het landbouwbedrijf en tijdens het vervoer, de opslag en het verpakken verloren zijn gegaan.

Statistieken over melk, eieren en vleesproducten worden opgesteld volgens de EU-wetgeving. De melkproductie omvat de landbouwproductie van melk van koeien, schapen, geiten en buffelkoeien. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen door zuivelbedrijven opgehaalde melk en melkproductie op het bedrijf. Slechts een deel van de totale melkproductie op het bedrijf wordt opgehaald; de rest is over het algemeen bestemd voor eigen verbruik, rechtstreekse verkoop, verwerking op het bedrijf en veevoeder.

De vleesproductie is gebaseerd op het slachtgewicht van voor menselijke consumptie geschikt vlees. Met slachtgewicht wordt in het algemeen het koudgewicht van het geslachte dier bedoeld, maar de precieze definitie is afhankelijk van het desbetreffende dier.

Context

Informatie over landbouwproducten kan worden gebruikt om ontwikkelingen in de landbouwmarkten te analyseren, zodat een onderscheid kan worden gemaakt tussen een cyclus en een verandering in het productiepatroon; deze statistieken kunnen ook worden gebruikt om te onderzoeken hoe de markten reageren op beleidsmaatregelen. Gegevens over landbouwproducten leveren ook informatie over de aanbodzijde en geven daarmee een beter inzicht in de prijsontwikkelingen die specifiek van belang zijn voor handelaren in landbouwgrondstoffen en beleidsanalisten.

In oktober 2007 keurde de Raad wetgeving tot vaststelling van een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten goed (Regulation 1234/2007). Deze was bedoeld om de hoeveelheid wetgeving in de landbouwsector te verminderen, de transparantie van de wetgeving te verbeteren en het landbouwbeleid toegankelijker te maken. Tussen begin 2008 en begin 2009 verving de gemeenschappelijke marktordening 21 afzonderlijke markten voor verschillende producten, zoals groenten en fruit, granen, vlees, eieren, zuivelproducten, suiker en wijn. In 2003, 2008 en 2013 is het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) ingrijpend hervormd. De hervormingen van december 2013 omvatten vier verordeningen, waaronder Regulation 1308/2013 die betrekking heeft op maatregelen in verband met landbouwproducten.

Zie ook

Meer informatie van Eurostat

Publicaties

Hoofdtabellen

Agricultural production (t_apro)
Crops products (t_apro_cp)
Milk and milk products (t_apro_mk)
Livestock and meat (t_apro_mt)
Regionale landbouwstatistieken (t_agr_r)

Databank

Agricultural production (apro)
Crops products (apro_cp)
Poultry farming (apro_ec)
Milk and milk products (apro_mk)
Vee en vlees (apro_mt)

Speciale sectie

Methodologie / Metadata

Brongegevens voor de tabellen en figuren (MS Excel)

Andere informatie

  • De gewasstatistieken vallen onder:
  • De melkstatistieken vallen onder:
  • Richtlijn 96/16/EG van 19 maart 1996 betreffende statistische enquêtes inzake melk en zuivelproducten.
  • Richtlijn 2003/107/EG van 5 december 2003 tot wijziging van Richtlijn 96/16/EG van de Raad.
  • De vee- en vleesstatistieken vallen onder:
  • Verordening (EG) nr. 1165/2008 van 19 november 2008 betreffende vee- en vleesstatistieken en houdende intrekking van Richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG van de Raad.

Externe links