Statistics Explained

Archive:Statistieken over asiel


Gegevens geëxtraheerd op 16 maart 2020 en 26 mei 2020 (gedeelten over asielaanvragen van niet-begeleide minderjarigen en beslissingen over asielaanvragen).

Geplande bijwerking van het artikel: juli 2021.


This Statistics Explained article has been archived on 2 April 2021.


Highlights

In 2019 hebben 612 700 asielzoekers voor het eerst internationale bescherming aangevraagd in de lidstaten van de EU-27.
Syrisch, Afghaans en Venezolaans — voornaamste nationaliteiten van asielzoekers in de EU-27 in 2019.
In 2019 had 38 % van de asielbeslissingen in eerste aanleg in de EU-27 een positieve uitkomst.
[[File:Asylum statistics_FP2020_interactive-NL.XLSX]]

Aantal asielzoekers (niet-EU-27-burgers), EU-27, 2008-2019

Dit artikel bevat een beschrijving van de recente ontwikkelingen met betrekking tot het aantal asielzoekers en de beslissingen over asielaanvragen in de Europese Unie (EU). Asiel is een vorm van internationale bescherming die door een staat op zijn grondgebied wordt verleend. Asiel wordt verleend aan een persoon die in zijn/haar land van nationaliteit en/of verblijf niet in staat is om bescherming aan te vragen, met name uit angst om wegens ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of politieke opinie te worden vervolgd.


Full article

Aantal asielzoekers: toename in 2019

De behoefte aan internationale bescherming is een van de belangrijkste redenen waarom mensen genoodzaakt zijn grenzen over te steken. In figuur 1 is te zien dat er tussen 2008 en 2012 een geleidelijke toename was van het aantal asielaanvragen in de EU-27, waarna het aantal asielzoekers in een sneller tempo toenam met 400 500 aanvragen in 2013, 594 200 in 2014 en ongeveer 1,3 miljoen in 2015. In 2016 stabiliseerde het aantal zich op ongeveer 1,2 miljoen. Het aantal asielaanvragen liet in 2017 een aanzienlijke daling zien van 44,5 % in vergelijking met 2016, en deze dalende lijn zette zich in 2018 voort.

In 2019 hebben 676 300 asielzoekers verzocht om internationale bescherming in de 27 huidige lidstaten van de Europese Unie (EU-27); dit was een toename van 11,2 % ten opzichte van 2018. Dit was voor het eerst sinds 2015 dat het aantal asielaanvragen ten opzichte van het voorgaande jaar was toegenomen.

Figuur 1: Aantal asielzoekers (niet-EU-27-burgers), EU-27, 2008-2019
Bron: Eurostat (migr_asyappctza)

Nieuwe asielzoekers: 612 700 in 2019

Het aantal nieuwe asielzoekers in de EU-27 [1] was in 2019 612 700. Een asielzoeker die voor het eerst internationale bescherming aanvraagt, is een persoon die voor het eerst een asielverzoek indient in een bepaalde EU-lidstaat. Op deze manier zijn herhaaldelijke aanvragen (in die lidstaat) uitgesloten, zodat deze statistiek een betere afspiegeling vormt van het aantal pas aangekomen personen die in de rapporterende lidstaat om internationale bescherming verzoeken. Het aantal asielzoekers die meer dan één aanvraag hebben ingediend was in de EU-27 in 2019 63 600, wat neerkomt op 9,4 % van het totale aantal asielzoekers.

Deze meest recente cijfers laten zien dat er in 2019 63 700 nieuwe asielzoekers meer in de EU-27 zijn geregistreerd dan in het jaar daarvoor (van 549 000 in 2018 naar 612 700 in 2019). De belangrijkste redenen van de stijging waren de hogere aantallen asielzoekers uit Venezuela, Colombia en Afghanistan (zie figuur 2).

Figuur 2: Nationaliteit van nieuwe asielzoekers (niet-EU-27-burgers), EU-27, 2018 en 2019
(duizenden)
Bron: Eurostat (migr_asyappctza)

Nationaliteit van nieuwe asielzoekers: grootste aantallen uit Syrië, Afghanistan en Venezuela

Syrië is sinds 2013 het belangrijkste land van herkomst van asielzoekers in de lidstaten van de EU-27. In 2019 is het aantal Syrische nieuwe asielzoekers in de EU-27 afgenomen tot 74 400, tegenover 80 000 in 2018. Het aandeel Syriërs in het totaal voor de EU-27 is in die periode afgenomen van 14,6 % tot 12,1 %.

Afghanen waren goed voor 8,6 % van het totale aantal nieuwe asielzoekers en Venezolanen voor 7,3 %, terwijl Colombianen en Irakezen respectievelijk 5,2 % en 4,4 % van de nieuwe asielzoekers uitmaakten.

Bij de nationaliteiten die in 2019 in de EU-27 de meeste nieuwe asielzoekers vertegenwoordigden, werd de grootste stijging in het aantal aanvragen in vergelijking met 2018 geregistreerd voor staatsburgers van Venezuela (22 600 aanmeldingen meer, of +101,9 %), gevolgd door staatsburgers van Colombia (21 800 meer, of +216,7 %) en Afghanistan (13 600 meer, of +34,8 %). De grootste daling van het aantal asielzoekers werd waargenomen voor staatsburgers van Irak (9 500 minder, of – 26,2 %) en van Syrië (5 700 minder, of – 7,1 %) [2].

Belangrijkste landen van bestemming: Duitsland, Frankrijk en Spanje

Met 142 400 geregistreerde asielzoekers in 2019 was Duitsland goed voor 23,3 % van alle nieuwe asielzoekers in de lidstaten van de EU-27. Daarna volgden Frankrijk (119 900, of 19,6 %), Spanje (115 200, of 18,8 %), Griekenland (74 900, of 12,2 %) en Italië (35 000, of 5,7 %).

Van de lidstaten waar in 2019 meer dan 5 000 nieuwe asielzoekers zijn geregistreerd, is het aantal nieuwe aanvragers ten opzichte van het jaar ervoor verhoudingsgewijs het sterkst gestegen in Spanje (+118,4 %, of 62 400 meer nieuwe asielzoekers in 2019 dan in 2018), Cyprus (+66,8 %, of 5 100 meer), Zweden (+27,9 %, of 5 000 meer), België (+27,4 %, of 5 000 meer), Griekenland (+15,3 %, of 9 900 meer), Nederland (+9,9 %, of 2 000 meer) en Frankrijk (+7,6 %, of 8 500 meer). Daarentegen zijn de grootste relatieve dalingen geconstateerd in Italië (– 34,5 %, of 18 400 minder), Duitsland (– 12,0 %, of 19 400 minder) en Oostenrijk (– 7,0 %, of 800 minder), zie figuur 3.

Figuur 3: Aantal nieuwe asielzoekers (niet-EU-27-burgers), 2018 en 2019
(duizenden)
Bron: Eurostat (migr_asyappctza)

Tabel 1 geeft een overzicht van de vijf grootste groepen nieuwe asielzoekers (naar nationaliteit) in elk van de lidstaten van de EU-27, het Verenigd Koninkrijk en de EVA-landen. Syriërs vertegenwoordigden het grootste aantal asielzoekers in 7 van de 27 EU-lidstaten, waaronder 39 300 asielzoekers in Duitsland. Ongeveer 40 300 Venezolanen (het hoogste aantal asielzoekers uit één land in één van de lidstaten van de EU-27 in 2019) en 28 900 Colombianen hebben bescherming aangevraagd in Spanje, terwijl er zich 23 700 Afghaanse asielzoekers hebben aangediend in Griekenland. De volgende grote aantallen asielzoekers van dezelfde nationaliteit in 2019 werden ook waargenomen in Duitsland (13 700 asielzoekers uit Irak en 10 800 uit Turkije), Griekenland (10 800 asielzoekers uit Syrië) en Frankrijk (10 000 asielzoekers uit Afghanistan).

Tabel 1: Vijf belangrijkste nationaliteiten van nieuwe asielzoekers (niet-EU-27-burgers), 2019
(aantal, afgeronde cijfers)
Bron: Eurostat (migr_asyappctza)

Leeftijd en geslacht van nieuwe asielzoekers

In 2019 was meer dan driekwart (77,3 %) van de nieuwe asielzoekers in de EU-27 jonger dan 35 jaar (zie figuur 4); de leeftijdsgroep 18 tot 34 jaar was goed voor iets minder dan de helft (47,0 %) van het totale aantal nieuwe asielzoekers, terwijl bijna één derde (30,3 %) van het totale aantal nieuwe asielzoekers minderjarig was (jonger dan 18 jaar).

Deze verdeling van asielzoekers naar leeftijd komt voor in bijna alle lidstaten van de EU-27, waarbij het grootste deel van de asielzoekers doorgaans de leeftijd 18-34 heeft. Er zijn echter enkele uitzonderingen op dit patroon: Duitsland, Estland, Litouwen, Hongarije, Oostenrijk en Polen hebben een hoger aandeel asielzoekers jonger dan 18 jaar gemeld.

Figuur 4: Verdeling van nieuwe asielzoekers (niet-EU-27-burgers) naar leeftijdsgroep, 2019
(%)
Bron: Eurostat (migr_asyappctza)

Uit de verdeling van de nieuwe asielzoekers naar geslacht blijkt dat er meer mannelijke dan vrouwelijke asielzoekers waren (61,9 % tegenover 38,1 %). Bij de jongste leeftijdsgroep (0-13 jaar) was 51,2 % van het totale aantal asielzoekers in 2019 van het mannelijk geslacht. Er waren grotere verschillen voor asielzoekers van 14-17 jaar of 18-34 jaar, waarbij respectievelijk 67,9 % en 69,0 % van de nieuwe asielzoekers mannelijk was, terwijl dit aandeel 58,0 % bedroeg voor de leeftijdsgroep 35-64 jaar. In de hele EU-27 waren er in 2019 meer vrouwelijke dan mannelijke asielzoekers van 65 jaar en ouder, hoewel het om een betrekkelijk kleine groep ging die slechts 0,8 % (0,5 % vrouwen en 0,3 % mannen) vertegenwoordigde van het totale aantal nieuwe asielzoekers.

Figuur 5: Aandeel van mannelijke nieuwe asielzoekers (niet-EU-27-burgers) naar leeftijdsgroep, EU-27, 2019
(%)
Bron: Eurostat (migr_asyappctza)

Aanvragen van niet-begeleide minderjarigen

Een niet-begeleide minderjarige is een persoon die jonger is dan 18 jaar die aankomt op het grondgebied van een lidstaat van de EU-27 en niet vergezeld is door een volwassene die verantwoordelijk is voor de minderjarige, of een minderjarige die, nadat hij op het grondgebied van een lidstaat is aangekomen, zonder begeleiding wordt achtergelaten. In 2019 waren er 14 100 aanvragen [3] in de EU-27 van niet-begeleide minderjarigen; 7,1 % van alle minderjarigen werd niet begeleid (zie figuur 6).

In de meeste lidstaten van de EU-27 was het aandeel niet-begeleide minderjarigen in 2019 minder dan 20 %. Slechts vijf lidstaten noteerden hogere percentages: Roemenië (34,5 %), Cyprus (46,9 %), Slowakije (69,8 %), Bulgarije (71,8 %) en Slovenië (80,2 %).

Figuur 6: Verdeling van minderjarige asielzoekers (niet-EU-27-burgers) naar status, 2019
(%)
Bron: Eurostat (migr_asyappctza) en (migr_asyunaa)

Beslissingen over asielaanvragen

Gegevens over beslissingen over asielaanvragen zijn beschikbaar voor twee niveaus, namelijk beslissingen in eerste aanleg en definitieve beslissingen in een beroeps- of herzieningsprocedure.

In 2019 zijn er in de lidstaten van de EU-27 bijna 540 800 beslissingen in eerste aanleg over asielaanvragen genomen en nog eens 296 600 definitieve beslissingen na beroep. Beslissingen in eerste aanleg hebben geleid tot toekenning van een beschermingsstatus aan 206 000 personen, terwijl deze status na beroep aan nog eens 91 000 personen is toegekend.

Veruit de meeste beslissingen (zowel in eerste aanleg als definitief) zijn genomen in Duitsland (zie figuur 7), dat in 2019 bijna 28,5 % van het totale aantal beslissingen in eerste aanleg en 44,2 % van het totale aantal definitieve beslissingen in de EU-27 vertegenwoordigt.

Figuur 7: Aantal beslissingen in eerste aanleg en definitieve beslissingen over asielaanvragen (van niet-EU-27-burgers), 2019
(duizenden)
Bron: Eurostat (migr_asydcfsta) en (migr_asydcfina)

Beslissingen over asielaanvragen in eerste aanleg

Figuur 8 bevat een analyse van de resultaten van beslissingen in eerste aanleg. De vluchtelingenstatus en de subsidiairebeschermingsstatus zijn bij het Unierecht vastgesteld, maar humanitaire redenen vallen onder de nationale wetgeving en zijn in bepaalde EU-lidstaten niet van toepassing.

In 2019 heeft 38,1 % van de beslissingen over asielaanvragen in eerste aanleg in de EU-27 tot een positieve uitkomst geleid; dat wil zeggen de toekenning van de vluchtelingenstatus of de subsidiairebeschermingsstatus of een verblijfsvergunning om humanitaire redenen. Wat betreft beslissingen in eerste aanleg heeft ongeveer 52,9 % van alle positieve beslissingen in de EU-27 in 2019 geleid tot de toekenning van de vluchtelingenstatus.

Figuur 8: Verdeling van beslissingen in eerste aanleg over asielaanvragen (van niet-EU-27-burgers) naar resultaat, 2019
(%)
Bron: Eurostat (migr_asydcfsta)

In absolute termen werd in 2019 aan 109 000 personen in de EU-27 in eerste aanleg de vluchtelingenstatus toegekend, kregen 52 000 personen de subsidiairebeschermingsstatus en kregen 45 100 een verblijfsvergunning om humanitaire redenen.

De hoogste percentages positieve uitkomsten van beslissingen in eerste aanleg in 2019 onder de lidstaten van de EU-27 zijn geregistreerd in Spanje (66,2 %), gevolgd door Luxemburg (56,7 %), Oostenrijk (53,5 %), Griekenland (53,1 %), Ierland (52,1 %) en Denemarken (52,0 %). Italië, Kroatië, Polen, Tsjechië en Hongarije hebben daarentegen allemaal percentages positieve uitkomsten van beslissingen in eerste aanleg tussen 19,7 % (Italië) en 8,5 % (Hongarije) geregistreerd.

Definitieve beslissingen in beroepsprocedures

Het aandeel positieve definitieve beslissingen in een beroeps- of herzieningsprocedure (30,7 %; zie figuur 9) lag in de EU-27 in 2019 lager dan het aandeel positieve beslissingen in eerste aanleg (38,1 %; zie figuur 8). Ongeveer 91 000 personen in de EU-27 kregen in 2019 een positieve definitieve beslissing in een beroeps- of herzieningsprocedure, waarvan 33 200 de vluchtelingenstatus kregen, 30 000 subsidiaire bescherming en 27 900 een humanitaire status.

Figuur 9: Verdeling van definitieve beslissingen over asielaanvragen (van niet-EU-27-burgers) naar resultaat, 2019
(%)
Bron: Eurostat (migr_asydcfina)

De hoogste percentages positieve definitieve beslissingen in 2019 onder de lidstaten van de EU-27 zijn geregistreerd in Bulgarije (67,7 %), gevolgd door Oostenrijk (55,7 %), Ierland (48,9 %), Nederland (48,0 %) en Finland (44,9 %). Daarentegen waren alle definitieve beslissingen in Estland, Litouwen en Portugal negatief.

Brongegevens voor tabellen en grafieken

Gegevensbronnen

Eurostat produceert statistieken over uiteenlopende aspecten in verband met internationale migratie. Tussen 1986 en 2007 werden gegevens over asiel verzameld op basis van een gentlemen’s agreement. Sinds 2008 worden gegevens aan Eurostat verstrekt volgens de bepalingen van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 862/2007; de meeste statistieken in dit artikel zijn verzameld in dit regelgevingskader.

De gegevens worden maandelijks (voor statistieken over asielaanvragen), driemaandelijks (voor beslissingen in eerste aanleg) of jaarlijks (voor definitieve beslissingen in een beroeps- of herzieningsprocedure, hervestiging en niet-begeleide minderjarigen) aan Eurostat verstrekt. De statistieken zijn gebaseerd op administratieve bronnen en worden aan Eurostat verstrekt door statistische instanties, ministeries van Binnenlandse Zaken of aanverwante immigratiediensten in de EU-lidstaten.

Bij de analyse van statistieken over asiel moet rekening worden gehouden met twee verschillende categorieën van personen. De eerste bestaat uit asielzoekers die een asielaanvraag hebben ingediend en wier aanvraag door een bevoegde instantie wordt onderzocht. De tweede bestaat uit personen die na beraad zijn erkend als vluchtelingen, die een andere vorm van internationale bescherming toegekend hebben gekregen (subsidiaire bescherming), die bescherming toegekend hebben gekregen op basis van nationale wetgeving inzake internationale bescherming (verblijfsvergunningen om humanitaire redenen) of aan wie elke vorm van bescherming is geweigerd.

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 862/2007 zijn er statistieken over asielbeslissingen beschikbaar voor de verschillende fasen van de asielprocedure. Beslissingen in eerste aanleg zijn beslissingen die worden genomen door de betrokken bevoegde autoriteit die optreedt in de eerste fase van de administratieve/gerechtelijke asielprocedure in het ontvangende land. Definitieve beslissingen in een beroeps- of herzieningsprocedure hebben daarentegen betrekking op beslissingen in de laatste fase van de administratieve/gerechtelijke asielprocedure en vloeien voort uit het beroep dat is ingediend door een asielzoeker wiens aanvraag in de voorafgaande fase werd geweigerd. Aangezien de asielprocedures en het aantal/de niveaus van de besluitvormende organen per EU-lidstaat verschillen, kan de werkelijke laatste fase naargelang de nationale wetgeving en administratieve procedures bestaan uit een besluit van de hoogste nationale rechterlijke instantie. Volgens de toegepaste werkwijze zijn definitieve beslissingen in de overgrote meerderheid van de gevallen echter daadwerkelijk definitieve beslissingen: met andere woorden, na uitputting van alle rechtsmiddelen en wanneer er geen mogelijkheid is om beroep aan te tekenen tegen de beslissing ten gronde, maar slechts op procedurele gronden.

Achtergrond

Het Verdrag van Genève van 1951 betreffende de status van vluchtelingen (zoals gewijzigd bij het Protocol van New York van 1967) bepaalt al ongeveer zeventig jaar wie vluchteling is en stelt een gemeenschappelijke aanpak voor vluchtelingen vast die geldt als één van de hoekstenen van de ontwikkeling van een gemeenschappelijk asielstelsel binnen de EU. Sinds 1999 maakt de EU werk van de totstandbrenging van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel dat volledig in overeenstemming is met het Verdrag van Genève en andere betrokken internationale instrumenten.

Het Haags programma is op 5 november 2004 door regeringsleiders en staatshoofden aangenomen. Hierin wordt het idee uitgedragen van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS); in het bijzonder wordt hierin opgeroepen tot de totstandbrenging van een gemeenschappelijke asielprocedure en een uniforme status voor degenen aan wie asiel of subsidiaire bescherming wordt verleend. Het asielbeleidsplan van de Europese Commissie (COM(2008) 360 definitief) dat in juni 2008 werd voorgesteld, bevat drie pijlers die de grondslag vormen van het CEAS:

  • totstandbrenging van meer geharmoniseerde normen voor bescherming door verdere onderlinge aanpassing van de asielwetgeving van de lidstaten;
  • doeltreffende en goed ondersteunde praktische samenwerking;
  • meer solidariteit en verantwoordelijkheidsgevoel tussen de lidstaten onderling, en tussen de EU en derde landen.

Met dit in het achterhoofd heeft de Europese Commissie in 2009 een voorstel gedaan tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO). Het EASO ondersteunt lidstaten in hun inspanningen om een coherenter en rechtvaardiger asielbeleid tot stand te brengen. Het biedt ook technische en operationele ondersteuning aan lidstaten die onder druk staan (met andere woorden, de lidstaten die grote aantallen asielzoekers ontvangen). Het EASO is in juni 2011 volledig operationeel geworden en heeft werk gemaakt van het opvoeren van zijn capaciteit, activiteit en invloed, en samengewerkt met de Europese Commissie en het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR).

In mei 2010 heeft de Europese Commissie een actieplan voor niet-begeleide minderjarigen (COM(2010) 213 definitief) gepresenteerd, die worden beschouwd als de meest blootgestelde en kwetsbare slachtoffers van migratie. Dit plan beoogt de totstandbrenging van een gecoördineerde aanpak en verplicht alle EU-lidstaten hoge opvang‑, beschermings‑ en integratienormen te hanteren voor niet-begeleide minderjarigen. Als aanvulling op dit actieplan heeft het Europees migratienetwerk een omvangrijke EU-studie over het opvangbeleid en de terugkeer- en integratieregelingen voor niet-begeleide minderjarigen (in het Engels) uitgevoerd.

Er is op dit gebied een aantal richtlijnen opgesteld. De vier belangrijkste rechtsinstrumenten inzake asiel – waarvoor thans voorstellen tot vervanging of herschikking worden opgesteld – zijn:

  • de erkenningsrichtlijn 2011/95/EU inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming;
  • de richtlijn asielprocedures 2013/32/EU betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming;
  • de richtlijn opvangvoorzieningen 2013/33/EU tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming;
  • the Dublin-verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land (onderdaan van een niet-EU-land) of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend.

Met haar operationele en financiële steun verleent de EU de lidstaten cruciale hulp bij het aanpakken van migratieproblematiek. In het bijzonder biedt de Europese Commissie de lidstaten doorlopende financiële steun in het kader van het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) (in het Engels). Het AMIF heeft de gezamenlijke reactie van de Unie op de migratiecrisis effectief en met succes ondersteund en tegelijk solidariteit geuit richting de lidstaten in de voorste linie.

In april 2016 heeft de Europese Commissie een mededeling (COM(2016) 197 final) aangenomen waarmee het hervormingsproces van het CEAS van start kon gaan. Dit hervormingsproces bevatte opties voor een rechtvaardige en duurzame regeling voor de verdeling van asielzoekers over de EU-lidstaten, een verdere harmonisering van asielprocedures en normen om in de EU gelijke spelregels tot stand te brengen en daarbij de aantrekkende factoren die zorgen voor onregelmatige secundaire migratiestromen te verminderen, en een uitbreiding van het mandaat van het EASO.

In mei 2016 heeft de Europese Commissie een eerste pakket hervormingen goedgekeurd, met inbegrip van voorstellen voor de verwezenlijking van een duurzaam en eerlijk Dublin-systeem (COM(2016) 270 final), de versterking van het Eurodac-systeem (COM(2016) 272 final) en de oprichting van een Asielagentschap van de Europese Unie (COM(2016) 271 final).

In juli 2016 heeft de Europese Commissie een tweede reeks voorstellen ingediend, die verband hielden met de hervorming van het CEAS, zoals de totstandbrenging van een Uniekader voor hervestiging (COM(2016) 468 final) en een gemeenschappelijke procedure voor internationale bescherming (COM(2016) 467 final), alsmede een herziening van de wetgeving inzake de normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (COM(2016) 465 final).

In maart 2019 heeft de Europese Commissie verslag gedaan van de geboekte vooruitgang van de afgelopen vier jaar en de maatregelen vastgesteld die nog nodig waren om huidige en toekomstige migratieproblemen aan te pakken (COM(2019) 126 final).

Direct access to

Other articles
Tables
Database
Dedicated section
Publications
Methodology
Visualisations




<maintables>

Asylum and first time asylum applicants – monthly data (rounded) (tps00189)
Persons subject of asylum applications pending at the end of the month – monthly data (tps00190)
Asylum and first time asylum applicants – annual aggregated data (rounded) (tps00191)
First instance decisions on asylum applications by type of decision – annual aggregated data (tps00192)
Final decisions on asylum applications – annual data (tps00193)
Asylum applicants considered to be unaccompanied minors – annual data (tps00194)

<maintables>

Asylum and Dublin statistics (migr_asy)
Applications (migr_asyapp)
Decisions on applications and resettlement (migr_asydec)
’Dublin’ statistics (migr_dub)

Voetnoten

  1. Het EU-totaal is een samentelling van de gegevens van de lidstaten. De gegevens van de lidstaten hebben betrekking op het aantal personen dat voor de eerste keer een verzoek om asiel indient in die lidstaat. Personen kunnen evenwel in een bepaald referentiejaar in meer dan één lidstaat een verzoek om internationale bescherming indienen. Daarom kunnen in het EU-totaal dergelijke meervoudige aanvragen zijn opgenomen.
  2. Voor deze analyse is alleen rekening gehouden met de top-30 van nationaliteiten in termen van het aantal nieuwe asielzoekers.
  3. Het totaal voor de EU-27 omvat gegevens van 2018 voor Spanje.